NEDERLANDSCHE RHETORIEK - TIEN REGELS

[What follows are ten rules for argumentation with the Dutch. It is also in Dutch - a translation will be posted later. Abide for now.]



1. Vorm een mening op basis van veronderstelde feiten. Laat die mening een eigen leven leiden, en beinvloeden welke volgende veronderstelde feiten men aksepteren zal, welke men negeert. De gevormde mening word intussen als feitelijk aangezien. De veronderstelde feiten waar alles op rust worden nimmer onder de loep genomen, temeer daar zo een beschouwing de basis van de inmiddels gevarmde meningsstelsel teniet zou doen.

2. Aksepteer niet of nauwelijks kritiek, vooral als die kritiek de eigen veronderstellingen niet ondersteunt.

3. Aksepteer niet of nauwelijks tegenspraak of contra-argument, vooral als dat de eigen veronderstellingen niet ondersteunt.

4. Neem aan dat eigen mening immer verantwoord is, en dat andere meningen, in zoverre als die afwijken van het eigene, niet de moeite van het discussieren waard zijn (alhoewel deze wel degelijk tegengesproken moeten worden). De eigen mening is natuurlijk rationeel, tegenstellende mening is gebaseerd op foutieve feiten en emoties

5. Vorm mening op basis van emotie. Vorm emotie op basis van die mening. Houd aan dat men neutraal is, het zijn gewoon de feiten.

6. Vorm mening op basis van vooroordelen. Vorm emotie op basis van die mening. Houd aan dat men neutraal is, het zijn gewoon de feiten.

7. Verander of vervorm punt van discussie als men het niet eens is met een mening, zodanig dat men iemand kan uitsluiten of negeren. Een discussie is alleen de moeite waard met gelijkdenkenden - afwijkers hebben echt niets bij te dragen.

8. Leugens die de eigen mening ondersteunen zijn nauwelijks minder dan feiten. Zolang er een greintje waarheid in zit, is het veel beter dan de pure waarheid, want het past in de algevormde meningsstelsel, en kan rhetorisch van beter nut wezen dan ongelakte feiten.

9. Wie tegenspreekt moet kritiek aanvaarden; zulk kritiek geld als bewijs van het foutief denken van de tegenspreker, want ware er niets te kritizeren zou hij mischien toch gelijk kunnen hebben. Is er iets mis met iemand die een afwijkende mening heeft, dan is alles mis.

10. Handel, ten alle tijden, in de veronderstelling dat eigen mening het vooruitstrevende en geavanceerde vertegenwoordigen, en dat ieder weldenkend mens dat zowel herkent als nastreeft. Dienovereenkomstig mag men afwijkende meningen te spot zetten, daar deze slechts achterlijkheid, onduidelijkheid en ja zelfs euvel naar voren brengen.